Wat is hooggevoeligheid?

De laatste jaren is er over hooggevoeligheid (ofwel hoogsensitiviteit, HSP en de wetenschappelijke benaming SPS) steeds meer bekend geworden. Zo is er wetenschappelijk bewijs dat hoogsensitiviteit een aangeboren karaktereigenschap is. Er is daarbij sprake van een gevoeliger centraal zenuwstelsel. Er is dus geen sprake van een stoornis. Ongeveer 20% van de bevolking is hooggevoelig en ook bij meer dan 100 diersoorten is deze eigenschap ontdekt.

Als je hooggevoelig bent zit je anders in elkaar dan anderen. Je bent niet alleen gevoeliger voor prikkels, je kan je ook vaak makkelijk verplaatsen in anderen, je bent opmerkzaam en legt verbanden die anderen wellicht niet zo snel zullen zien.

Ontdekken wat hooggevoeligheid voor jou betekent en welke persoonlijke eigenschappen daarmee samenhangen, is van belang om op een positieve manier met je sensitiviteit om te gaan. Daarom is het zinvol om te weten wat hooggevoeligheid nu precies is en wat dat voor jou met zich meebrengt.

Uit onderzoek komt naar voren dat er twee specifieke kenmerken zijn: gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels en diepere verwerking van informatie.

1. Gevoeligheid voor zintuiglijke prikkels 

Als je hooggevoelig bent, heb je een snellere en scherpere waarneming en neem je meer waar. Het zijn niet je zintuigen die gevoeliger zijn, maar je centrale zenuwstelsel. Hierbij gaat het zowel om externe prikkels als interne prikkels. Je kan daarbij denken aan:

  • Fysieke prikkels zoals licht, geluid, geur, smaak, irritaties op je huid en pijn. Zo kan een bepaalde lichtinval maken dat je prikkende ogen krijgt, geluiden horen die anderen niet waarnemen en kun je sneller last krijgen van labels in kleding of de stof zelf.
  • Emotionele prikkels. Hierbij kun je denken aan stemming van anderen aanvoelen, sfeer in een ruimte opmerken, het leed in de wereld aantrekken. De emoties die je zelf hebt zal je ook als intenser ervaren. Dat geldt niet alleen voor de emoties zoals verdriet of angst, maar ook voor blijdschap en genieten van kleine dingen.
  • Prikkels in een nieuwe of veranderde situatie. Wanneer je je in een onbekende, nieuwe omgeving bevindt zal je alle prikkels (onbewust) scannen. Je zal eerst observeren wat er om je heen is voordat je iets gaat doen. Ook kan het zo zijn dat je kleine veranderingen snel opmerkt en dat verandering in dagritme invloed op je heeft.
  • Prikkels in contact met anderen. Daarbij kunt je denken aan tijd nodig hebben om te wennen aan bezoek, niet graag in middelpunt van belangstelling willen staan en niet in grote groepen willen zijn of doorhebben dat iemand iets anders zegt dan wat non-verbaal zichtbaar is (incongruentie).

Het kan zijn dat je voor de ene prikkel gevoeliger bent dan voor de andere prikkel. Zo zijn veel hooggevoelige mensen vooral gevoelig op gehoor en
zicht, terwijl anderen juist weer gevoeliger zijn op smaak en reuk of juist op intuïtie.

2. Diepere verwerking van informatie

Wanneer je hooggevoelig bent gebruik je meer delen van je hersenen om informatie te verwerken. Je gaat informatie eerst analyseren op risico’s en gevolgen. Vervolgens bepaal je pas welke actie in die situatie het best kan zijn.

Door je gevoelige centrale zenuwstelsel pak je meer informatie op én je verwerkt deze informatie op een dieper niveau. Dit brengt ook met zich mee dat je op een complexere manier denkt. Als je meer informatie te verwerken krijgt, heb je ook meer tijd nodig om een en ander een plek te geven. Dit geldt zowel voor mooie ervaringen als voor lastige situaties. 

Je denkt nog eens extra na over iets wat je hebt meegemaakt of je blikt alvast vooruit om op situaties voorbereid te zijn. Ook kun je hierdoor informatie van verschillende kanten bekijken. Dit brengt wel met zich mee dat je soms meer tijd nodig hebt om tot een beslissing te komen of een mening te vormen. Voor anderen kan het dan lijken dat je traag reageert, terwijl je brein juist heel snel alle mogelijke gevolgen in kaart brengt.

De manier van verwerken van prikkels brengt met zich mee dat je stresssysteem sneller geactiveerd wordt. Dit heeft gevolgen voor jouw belastbaarheid: je hebt meer hersteltijd nodig om de spanning weer te laten zakken.

 

Andere verschillen in de werking van je brein

Uit onderzoek komt naar voren dat hooggevoeligheid nog een aantal andere verschillen in de werking van je brein met zich meebrengt:

Je default modenetwerk (DMN) is actiever: dit is een netwerk van verschillende hersengebieden die juist actief worden wanneer je in rust bent. Hierdoor zal je merken dat wanneer je even niets te doen hebt, juist terug gaat denken aan situaties die je hebt meegemaakt of nog eens terugdenkt aan hoe je iets hebt aangepakt.

Er is ook een verschil op te merken in spiegelneuronen. Spiegelneuronen zijn neuronen die actief worden wanneer je een ander iets ziet doen. Als voorbeeld: wanneer je iemand een boterham ziet eten, worden bij jou dezelfde hersengebieden actief als bij de degene die de handeling uitvoert. Hetzelfde gebeurt wanneer je iemand ziet huilen of lachen. De spiegelneuronen zorgen ervoor dat je je in een ander kunt verplaatsen. 

Uit onderzoek blijkt dat hooggevoelige mensen actievere spiegelneuronen hebben. Dit zorgt ervoor dat hersengebieden bij jou sterker geactiveerd worden en verklaart waarom je gevoelens van anderen als het ware over kunt nemen als je moeite hebt om bij jezelf te blijven in contact met de ander.

Hooggevoeligheid is erfelijk

Hooggevoeligheid is een aangeboren eigenschap. Op dit moment lijken een aantal genen hierbij betrokken. Deze genen hebben invloed op je je voelt en zijn in verband te brengen met gevoeligheid voor je omgeving.

Het gaat om deze genen:

  • 5-HTTLPR gen: betrokken bij serotonine opname en afgifte
  • DRD4-7R gen: betrokken bij dopamineafgifte

Rustzoeker of sensatiezoeker?

Als hooggevoelig persoon kun je de voorkeur hebben voor rust of juist activiteit. Of je nu een rust- of sensatiezoeker (ook wel prikkelzoeker genoemd) bent, vanwege je gevoeligheid voor prikkels heb je tijd nodig om prikkels te verwerken. Het verschil zit vooral in de manier waarop je activiteiten benadert en de inhoud van de prikkels.

Als rustzoeker zal je wat langer de kat uit de boom kijken, terwijl je als sensatiezoeker eerder in beweging komt om tot actie over te gaan. Je behoefte aan (nieuwe) activiteiten/prikkels is groter. Hierdoor kun je sneller knel komen te zitten dan wanneer je een rustzoeker bent: enerzijds heb je die uitdagende prikkels nodig, terwijl je ook voor voldoende hersteltijd dient te zorgen. Het is overigens niet zo dat je als sensatiezoeker altijd op zoek bent naar heftige prikkels of risicovolle activiteiten.

Introvert of extravert?

Vroeger werd hooggevoeligheid nogal eens gelabeld aan introversie. In de loop van de tijd heeft onderzoek uitgewezen dat ongeveer 70% van de hooggevoelige mensen introvert is en ongeveer 30% extravert.

Als je introvert bent, ben je vooral gericht op je binnenwereld. Je vindt het fijn om alleen te zijn en je laadt ook het best op wanneer je alleen bent. Je hebt de voorkeur voor een rustige omgeving en raakt snel overprikkeld in drukke situaties. In contact met anderen geef je de voorkeur aan één op één gesprekken of een kleine groep.

Als je extravert bent, ben je veel meer naar buiten gericht, je krijgt juist energie van mensen om je heen. In gezelschap van grote groepen voel je je goed en je houdt van de prikkels die je daaruit oppakt.

Introvert zijn is overigens niet hetzelfde als een rustzoeker zijn en extravert zijn niet hetzelfde als een senstatiezoeker. Je kan dus als HSP’er ook introvert én een sensatiezoeker zijn.

Niemand is voor 100% introvert of extravert, maar de meeste mensen hebben wel een bepaalde voorkeur. Wanneer je er tussenin zit, wordt gesproken over “ambivert zijn”. Je zoekt dan wel sociale situaties op, maar geeft er de voorkeur aan niet te lang daarin te verblijven. Het kan ook zijn dat je soms in een tweestrijd terecht komt, omdat je niet goed weet waar je voorkeur ligt op een bepaald moment: een avondje op de bank of toch sociale contacten gaan zoeken.

Hooggevoelig en hoogbegaafd

Een andere eigenschap die vaak samengaat met hooggevoeligheid is hoogbegaafdheid. Ongeveer 10% van de mensen die zich in hooggevoeligheid herkennen zijn hoogbegaafd. Andersom blijkt uit onderzoek dat meer dan 80% van de hoogbegaafden zich ook in hooggevoeligheid herkennen. Meer over hoogbegaafdheid lees je op hier.  

Belastbaarheid

Vanwege je gevoeliger zenuwstelsel zal je als hooggevoelige sneller met stress te maken hebben, immers je krijgt meer prikkels te verwerken en verwerkt deze bovendien diepgaander waardoor prikkels sneller kunnen gaan stapelen. Hierdoor kun je te maken krijgen met overprikkeling.

Als je overprikkeld bent, neemt de spanning in je systeem toe. Duurt dat langere tijd dan zal je belastbaarheid zakken en je zal steeds meer stresssignalen gaan ervaren. Denk aan signalen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, negatief denken of moeite hebben om met je emoties om te gaan.

Ook te weinig prikkels zullen je geen goed doen: je kan dan last krijgen van onderprikkeling. Dat geldt ook wanneer je wel genoeg prikkels krijgt maar niet de prikkels waar jij voldoening uit kan halen. Ook onderprikkeling geeft stress en heeft een negatieve invloed op je belastbaarheid. Houdt dit lang aan dan kun je te maken krijgen met een bore-out

Voor jou is het daarom belangrijk om je bewust te zijn wat prikkels met je doen en te leren herkennen wat er bij jou gebeurt, zodat je keuzes kan maken die jou helpen om voor je balans te zorgen.

Wanneer je in balans bent, zal je merken dat de positieve eigenschappen steeds meer zichtbaar en voelbaar worden en dat je jouw hooggevoeligheid als kwaliteit kan inzetten.

Hooggevoeligheid als talent

Hooggevoeligheid is een mooie eigenschap die jou veel kan brengen als je weet hoe jij in elkaar zit en wat je nodig hebt om voor je balans te zorgen. Hoe meer jij jezelf de erkenning geeft voor jouw eigenschap, hoe meer je van jouw talenten kan profiteren in je dagelijks leven. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *